‘Wat moet ik met zo’n man?’ vroeg ze mij bijna radeloos. We zaten in een voorbespreking van een studiedag. Ze wilde als opleidingsmanager de studiedag inzetten om toetsactiviteiten effectiever te organiseren. De betrokkenheid van haar team richting studenten was groot. Of alles efficiënt en effectief verliep, daarover had zij haar twijfels.

Veel docenten besteedden veel tijd aan het toetsen. Als opleidingsmanager viel haar op dat twee docenten voortdurend kritiek leverden op de organisatie. Ook het inefficiënte beoordelen werd toegeschreven aan de organisatie. De twee critici uit het team bleven stug volhouden dat zij te weinig tijd kregen om te beoordelen. Als opleidingsmanager kwam ze geen stap verder. Zij moest het helaas doen met de toegekende uren. Het enige dat zij als opleidingsmanager kon doen, was collectief naar oplossingen zoeken. Meer kon ze niet.

Op de studiedag wilde ze met het team tot gedragen afspraken komen. Maar ze voorzag nu al problemen. Ze hoopte dat ik het team op een positieve manier kon beïnvloeden. Ze hoopte vooral dat ik als trainer die twee kritische heren mee zou trekken. Ik beloofde mijn best te doen en middels gerichte opdrachten tot een gedeelde aanpak te komen.

Toen de voorbespreking was afgelopen besefte ik me dat haar verhaal over het blijvend verzet van twee docenten ‘typisch hbo’ was. Organisatieproblemen werden door hen niet gedeeld. Betrokkenheid niet getoond. Deze twee docenten schreven werkelijk alles aan anderen toe. Steeds op een agressieve manier. Daarmee beïnvloedden zij ook collega’s in het team.

Na het aanhoren van deze opleidingsmanager rezen mijn twijfels over de vraag of docenten wel over volledige autonomie moeten beschikken. Of zij inderdaad in staat zijn de juiste beslissingen te nemen. Deze docenten opereerden als solisten. Ze waren niet in staat zich als teamlid te buigen over deze problematiek. En vermoedelijk zou de studiedag daar ook niet aan bijdragen.

facebook100        linkedin100        CRKBO Instelling logo