Kalibreren gaat verder dan eenduidigheid creëren in criteria
Verleden jaar keek ik zijdelings mee met het Tv-programma van omroep MAX ‘Heel Holland Bakt’. Andre van Duin praatte het programma op een grappige manier aan elkaar. Tijdens het kijken viel mij op dat iedere bakker achter zijn eigen aanrecht en oven bleef staan.
Ik zag geen enkele bakker naar de ander lopen. Ook werd de hulp van experts Robert van Beckhoven en Janny van der Heijden niet ingeroepen. Nee, deze bakkers waren op zichzelf aangewezen. Tijdens het kijken realiseerde ik mij dat het onderling vergelijken van hartige taarten, brood en soesjes eerlijk verliep omdat iedere bakker het zelf had gedaan. Robèrt noch Janny hadden hen tips gegeven. Onbewust dacht ik aan onze hogeschoolwereld, waarin studenten als bakkers tot een meesterproef komen. Daar worden zij wel geholpen, een beetje geholpen of pertinent niet geholpen door docenten.
Toen ik een paar jaar geleden een aantal kalibreerbijeenkomsten verzorgde bij de HU werd tijdens de sessies door docenten gezegd dat bij hun opleiding een knuffelcultuur heerst. Studenten worden bij de hand genomen om tot afstuderen te komen. Met hun welwillende docenten wordt gebrainstormd en geschreven. Het is de begeleidende docent die zijn student op foute aannames en taalfouten wijst. Want hij is zo begaan met zijn studenten. Er kwamen tijdens de kalibreersessies discussies over de hoeveelheid hulp die geboden wordt. Sommige docenten wezen collega’s op het feit dat studenten in jaar 4 zitten en dat de nodige zelfstandigheid verwacht mag worden. Dat vond een groepje docenten te ver gaan. Je kunt studenten niet aan hun lot overlaten. Waarom kan je studenten geen concrete aanwijzingen geven. Je bent als student de klos als je begeleider alleen maar vragen stelt en geen concrete aanwijzing geeft. Nee, over de mate van begeleiding ontstond geen consensus.
Waarom stel ik het helpgedrag van begeleidende docenten aan de orde? Ik weet dat er studenten zijn die spaak lopen als zij zelf aan de slag moeten. Ze vragen om de haverklap of hun teksten goed zijn. Of de literatuur goed geciteerd is, want u wees mij daar de laatste keer op. Is het erg om deze studenten te helpen. Nou, pedagogisch gezien niet. Vanuit het gelijkheidsprincipe wel. Studenten die nauwelijks geholpen zijn, worden door examinatoren op een zelfde wijze beoordeeld als studenten die flink geholpen zijn. En dat is niet fair.
Kalibreren gaat niet alleen over het lezen van de vastgestelde criteria als team examinatoren. Kalibreren gaat ook over de intensiteit van de begeleiding, die begeleiders aanbieden. Als de begeleiding van docenten tijdens een meesterproef (ofwel het afstudeerwerkstuk) sterk uiteenloopt, zijn prestaties van studenten niet met elkaar te vergelijken. Met name bij creatieve en technische opleidingen is het ontwikkelproces een onderdeel van het eindproduct. De ontwerpstappen moet een student zelf zetten. Zoals een bakker bij ‘Heel Holland Bakt’ heeft hij een plan. Daarmee komt hij tot de juiste volgorde, juiste ingrediënten, juiste instrumenten, ……en zo tot een geslaagde taart.
Rene van Kralingen (oktober 2017)